Voordat u gaat werken, moet u een ontwerp kiezen, internet of tijdschriften met borduurmotieven helpen hierbij. Vervolgens brengen we het patroon over op de stof met speciaal krijt of een eenvoudig potlood. En u kunt beginnen met borduren.
Een beginnende naaister kan proberen het eenvoudigst mogelijke motief te kiezen. Een takje met een pluizig uiteinde en vlinders zijn hier ideaal.
Materialen:
- kralen (wit, transparant parelmoer groot en klein);
- pailletten (metaalachtig, melkachtig, crème);
- monofilament- of zijdendraden;
- schaar.
Hoe te volgen
Het grootste deel van de tak bestaat hier uit strepen die lichtjes in een boog buigen. We naaien pailletten langs elke strook. We bevestigen het met transparante parelkralen. Maak de pailletten aan het uiterste puntje van de tak lichter en kies er grote kralen voor.Sommige takken kunnen volledig van kralen worden gemaakt. En naai een melkachtig pailletje op de rand.
Alle strepen moeten samenkomen en zich verzamelen op de stengel. Wij borduren het met metallic pailletten.
De tweede (kleinere) tak bestaat uit een klein cluster. We doen het zo: we leggen kralen, pailletten, kralen op een draad en naaien ze vast. In dit geval krijgt het borduurwerk een speciaal volume. We maken nerven in de bos door het vereiste aantal pailletten op een rij te naaien. Daartussen naaien we enkele pailletten met een enkele kraal.
We brengen het vlindersjabloon over op de stof. Naai witte kleine kralen langs de lijn. We proberen de steken (en de afstand tussen de kralen) hetzelfde te maken.